Het land blijft zo onregeerbaar
Een bekend misdaadjournalist huldigt de gedachte: “ik weet waarom ik niet stem, terwijl velen niet weten, waarom zij wel stemmen”. Het is in een democratisch land wel gebruikelijk, dat door de stemgerechtigden wordt gekozen op de daarvoor aanwezige politieke partijen. De ‘pionnetjes’ van zo’n partij stellen zich dan verkiesbaar. Steeds vaker lees ik echter in de krant wat ik nu weer (niet) wil. Is dat nu democratie?
Belangrijk in het geheel is, er wordt gekozen en als stemgerechtigde geef je er de voorkeur aan om te kiezen voor een politicus, die, gesteund door de doelstelling van zijn of haar partij, iets voor jou kan doen. Mijn handleiding in tekst en uitleg, de Dikke van Dale, geeft over het woord kiezen “ergens de voorkeur aan geven” of “wensen of willen”. Met andere woorden er is door de kiezer of stemgerechtigde gekozen op een politieke partij, waarvan de doelstelling aanspreekt..
Het is niet mijn bedoeling de lezers van deze blog te adviseren om niet meer naar de stembus te gaan. Met de blog probeer ik wel de mening van de aangehaalde misdaadjournalist te verduidelijken. Zelf breng ik mijn stem wel uit, want ik ben van mening als je niet stemt, je ook geen kritiek moet leveren. Dat laatste is voor een actieve blogger niet haalbaar. Het is wel de bedoeling, dat ik bezig blijf.
Mijn insteek in het geheel van deze blog is te laten weten, en vooral aan te geven, zien wij wel hoe wij in feite voor de gek worden gehouden door de heren (en vrouwen natuurlijk) politici. Na een verkiezing heb ik persoonlijk steeds vaker het gevoel, dat de gekozen politicus, denkt: “zo ik ben binnen, heb een riant salaris en onkostenvergoeding en wat ik heb beloofd, wordt door de coalitie afgezwakt, ik zit goed”.
Dan komt, zoals van der Staaij van de SGP altijd zegt, de prangende vraag: “maar waar kies je dan voor”. Op de ULO, begin jaren 60, leerde ik al: “99 professoren, vaderland, u bent verloren”. Toen al werd tijdens de lessen in maatschappijleer verteld aan de leerlingen, dat de vaderlandse politiek hoofdzakelijk uit veel praten bestaat, waarin eindeloze debatten dienen als een soort ‘bezigheidstherapie’. Praten, waarbij in feite niets wordt gezegd.
The old Wim Kan zei eens in een conference iets in de trant van: ‘als iemand uit de politiek zegt,” ik spreek de waarheid, dan liegt hij “. Met zo’n tegenstelling kan ik leven. Mies Bouwman vroeg ooit eens aan Toon Hermans in de serie; Mies aan Scene: “Toon, wat zal jij doen als jij minister-president of minister kon worden van ons land.” Zonder blikken of blozen antwoordde Toon: “aftreden”. Het antwoord was duidelijk en Toon gaf in feite aan, dat hij ook niet wist wat hij van de politiek moest denken.
Voor een dergelijke functie moet je van huis uit ‘in de wieg zijn gelegd’. In de Dikke van Dale staat voor het woord minister: dienaar. Het woord minister is feitelijk afkomstig uit het Latijn. Sinds de 10e eeuw werd het woord gebruikt om dienaren, meer bepaald als de raadgevers, van de koning aan te duiden. In de loop van de eeuwen verwierven de ministers langzamerhand meer uitvoerende macht en zo verkreeg het begrip zijn huidige betekenis.
Ondanks het gegeven, dat elke stemgerechtigde commentaar heeft op het politieke beleid in ons land, durf ik te bloggen, dat wij, in tegenstelling met andere landen, het in feite nog niet zo slecht hebben. Stilstaan betekent ook hier achteruitgang. Daarom wordt met alle kritiek en stakingen en protesten het stilstaan van de ontwikkeling tegen gehouden. Een volk dat gehoord wilt worden, ja ja, werkt aan haar toekomst.
Kort door de bocht kun je stellen, het is waar je voor kiest en de stille hoop hebt, dat de toezegging, die is gedaan wordt nagekomen. Helaas heeft de ervaring bewezen, dat het nakomen van toegezegde plannen niet altijd kan worden uitgevoerd. Andere partijen hebben ook hùn menig over zaken en om nu te stellen, dat politiek losstaat van alcohol gaat te ver. Om samen te kunnen werken zal er water bij de wijn moeten worden gedaan. Je ontkomt er niet aan, waardoor toezeggingen kunnen worden afgezwakt. Binnen de politiek is één ding zeker, dat vele zaken onzeker zijn. Het is niet anders. Wij zullen het moeten gedogen.
Soms is de tv uitzending: “het vragenuurtje”, elke dinsdagmiddag van 14.00 tot 15.00 uur, waarin de kamerleden vragen mogen stellen ook wel lachwekkend. Zo zei eens een kamerlid: “het hete hangijzer van dit onderwerp kan in de koelkast” Hij realiseert zich natuurlijk niet, dat je zo’n koelkast dan kunt weggooien. De kiezer heeft wel voor deze intelligente personen gekozen. Wij zullen het ermee moeten doen.